De zorg raakt overbelast. Ook in ziekenhuizen wordt de druk steeds hoger. Er wordt gedaan wat moét, en daarbuiten wat kán. Om de ziekenhuiszorg in de toekomst toegankelijk te houden voor iedereen die dat nodig heeft, is het Martini Ziekenhuis in Groningen al gestart met thuisbehandelingen. Zo krijgen al flink wat patiënten antibiotica via het infuus op een veilige manier thuis toegediend. Alle betrokken partijen zijn positief over deze manier van (samen)werken.
Imro Vlasveld is internist-infectioloog en voorzitter van het A-team in het Martini Ziekenhuis. De “A” staat voor antibiotica en het team monitort correct antibioticagebruik in het ziekenhuis. Het is voor patiënten juist prettig om de intraveneuze antibiotica in hun vertrouwde omgeving thuis te krijgen. Intraveneus betekent letterlijk “in een ader”. Patiënten krijgen dan geneesmiddelen door middel van een injectie in hun aderen toegediend. Als patiënten thuis worden geholpen, scheelt dat tijd en spanning. “Deze ontwikkeling laat zien hoe de juiste zorg op de juiste plaats meerwaarde heeft voor de patiënt en tegelijk kosten bespaart”, aldus Vlasveld. In de praktijk blijkt dat het werken aan herstel in de thuissituatie vaak leidt tot een verbetering van het welzijn van patiënten, waarbij ze meer bewegen en beter eten.
Het OPAT-team (Outpatient Parenteral Antibiotic Treatment’ oftewel ‘Ontslagen Patiënten met Antibiotica Thuis) is onderdeel van het A-team. Het OPAT-team is al een aantal jaar bezig om verplaatsing van de zorg te realiseren en heeft in het Martini Ziekenhuis meer bekendheid gekregen: “We hebben een goed vindbaar en duidelijk protocol gemaakt en geven regelmatig scholing aan de artsen. Samen met de hoofdbehandelaars, apotheek, transferverpleegkundige en arts-microbiologen hebben we OPAT tot een geoliede machine gemaakt”, aldus Vlasveld.
Manon Bakker, apotheker in de poliklinische apotheek, is in het proces verantwoordelijk voor de praktische zaken: “De arts of afdeling meldt de patiënt bij ons aan; dan kijken wij welk soort infuus geschikt is. Dit infuus bestellen we, zodat de patiënt op de dag van ontslag het infuus met antibiotica bij ons kan ophalen.” Volgens Bakker is deze manier van werken na een voorzichtige start explosief gegroeid. In 2021 hebben maar liefst 136 patiënten gekozen voor intraveneuze antibiotica in de thuissituatie. Dat houdt in dat ze daardoor niet in het ziekenhuis hoefden te liggen.
“Maar dat we nu zoveel patiënten thuis kunnen behandelen, is te danken aan de samenwerking tussen heel veel partijen”, zo benadrukt transferverpleegkundige Ria Huybrechts. Denk hierbij aan artsen, verpleegkundigen, apothekers, nazorgpartners en leveranciers. Ieder van hen levert een belangrijke bijdrage aan het proces.
Het team komt in actie als de arts met de patiënt heeft besproken dat hij of zij naar huis kan met intraveneuze antibiotica. “Wij regelen met de thuiszorg dat zij het infuus komen aansluiten en dagelijks komen verzorgen. De thuiszorgorganisaties hebben hiervoor bijscholing gevolgd, meestal via de Martini Academie. We weten dus zeker dat ze bevoegd en bekwaam zijn om dit zorgvuldig te doen”, zo stelt Huybrechts. Ze merkt dat patiënten hier met een gerust hart op vertrouwen, omdat alles zo goed geregeld is.
Auteur: redactie