Social media: men denkt daarbij vaak aan apps waarop mensen hun jubilea, vakantiekiekjes en mijlpalen delen, maar deze online platformen worden ook steeds vaker gebruikt om informatie te delen. “Handig”, zou je denken, maar er komt met regelmaat fake news en desinformatie voorbij. Ook artsen hebben hier last van, zo blijkt uit een enquête van de NOS en artsenfederatie KNMG.
Patiënten die het zelf allemaal beter denken te weten: meer dan de helft van de 670 ondervraagde artsen komt ze wekelijks tegen tijdens spreekuren en bij maar liefst 14 procent van de artsen komt er dagelijks of meerdere keren per dag een patiënt met foutieve informatie naar de afspraak. Patiënten vinden deze desinformatie onder andere op social media. Zo zou kinkhoest een verrijking zijn voor de ontwikkeling van je kind en zou zonnebrandcrème kankerverwekkend zijn. Het weerleggen van deze foute informatie kost artsen veel tijd en heeft een grote invloed op hun werkdruk.
Anneke Aarts werkt als huisarts in Breda en ziet dagelijks patiënten in haar praktijk die online informatie hebben gevonden die niet klopt: “Het gaat dan vooral over hormonen, vaccinaties en zaken als vitamine B12. Je moet achterhalen waar de patiënt het vandaan heeft, wat hij of zij erover gelezen heeft. Vervolgens moet ik vaak praten als Brugman om uit te leggen dat wat zij hebben opgezocht, niet klopt.”
René Héman, voorzitter van de KNMG, vindt het aantal patiënten dat met desinformatie naar een afspraak komt verrassend hoog: “Het is een enorme belasting voor artsen. De werkdruk is al zo hoog. Goede voorlichting geven kost tijd en dat kan ten koste gaan van de patiëntenzorg. Dat willen artsen niet en dat levert stress op.”
Aarts wil voor iedereen de tijd nemen die nodig is, maar dat wordt steeds lastiger door de tijdsnood die ontstaat als meerdere patiënten op één dag met desinformatie naar een afspraak komen: “Het kost veel tijd om mensen weer bij te sturen, en een deel laat zich niet bijsturen. Mensen nemen niet altijd aan wat je zegt. Dan kunnen die gesprekken heel vervelend zijn.”
Het valt haar op dat patiënten van tevoren al van alles opzoeken over hun eigen klachten, terwijl er geen zorgprofessional aan te pas komt. “Ze komen dan alleen naar de praktijk, zodat ik de pillen of de scan kan voorschrijven die zij denken nodig te hebben. Patiënten zijn vaker wantrouwend en mensen denken het zelf beter te weten.”
Héman herkent dit. De voorzitter van de KNMG werkt ook nog één dag per week als bedrijfsarts: “Het is lastig, omdat medische desinformatie meestal bestaat uit een mix van feiten en verkeerde informatie. Je moet echt even de tijd nemen om te ontleden wat ze zeggen. En die tijd is er vaak niet.”
Op social media komen steeds meer tegengeluiden. Er zijn inmiddels een aantal accounts actief die medische fabeltjes ontkrachten. Zo voert een groep artsen een online campagne tegen vapen en geven artsen via het TikTok-account Dokters Vandaag antwoorden op veelgestelde vragen.
Mede door circulerende filmpjes op het internet met foutieve informatie over vaccinaties, daalt de vaccinatiegraad bij kinderen. Demissionair staatssecretaris Maarten van Ooijen (Volksgezondheid) wil artsen als influencer gaan inzetten om deze problematische trend te doorbreken.
Van de 670 artsen die hebben deelgenomen aan de enquête, zegt 15 procent weleens online desinformatie te bestrijden. De overige 85 procent doet dit (nog) niet, omdat ze niet weten hoe ze dat moeten doen, vervelende ervaringen hebben gehad toen ze het wel hebben gedaan of omdat ze het niet als hun verantwoordelijkheid zien.
Auteur: redactie