Uit een onderzoek van het Nivel, Nederlands Instituut voor Onderzoek van de Gezondheidszorg, blijkt dat de meerderheid van de huisartsen extra ondersteuning nodig verwacht te hebben om aan de (uitgestelde) zorgvraag te kunnen voldoen. Toch lijken er grote regionale verschillen te zijn; in de zuidelijke provincies verwachten ze meer drukte dan in de noordelijke provincies. Deze verschillen komen grotendeels overeen met de verschillen waarin covid-19 zich in april voordeed.
Eind april heeft het Nivel alle Nederlandse huisartsenpraktijken een web-enquête gestuurd om de gevolgen van covid-19 te kunnen inventariseren. De grootste piek van het virus was op dat moment achter de rug. Maar liefst 35 procent van alle huisartsenpraktijken heeft geparticipeerd aan het onderzoek. Dit komt neer op 1443 huisartsenpraktijken. De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) heeft het Nivel de opdracht gegeven voor het onderzoek. Mede-opdrachtgever is het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS).
Het onderzoek toont aan dat huisartsen inschatten dat ze in de maand april gemiddeld 46 procent van de consulten hebben gemist. Daarnaast is maar liefst 55 procent vervangen door een consult op afstand. Opvallend is ook dat de pandemie verschillende effecten heeft (gehad) op de zorgprofessionals die werkzaam zijn bij huisartsenpraktijken. Zo blijkt dat huisartsen het rustiger hadden, terwijl doktersassistenten het juist drukker hadden. Dit houdt ook verband met de impact van de pandemie; in Groningen en Drenthe was het veel rustiger bij de huisartsenpraktijken dan in Noord-Brabant.
Ook in Limburg verwachten de meeste huisartsenpraktijken extra ondersteuning nodig te hebben om patiënten met uitgestelde tweedelijnsbehandelingen te kunnen helpen. Limburg kreeg in april te maken met het hoogste aantal ziekenhuisopnames ten gevolge van het coronavirus. Daarnaast hebben ze ook extra ondersteuning nodig voor de uitgestelde zorgvraag van kwetsbare ouderen en chronisch zieken. Opmerkelijk is dat praktijken in de provincies Friesland, Drenthe en Zeeland dit relatief minder vaak aangeven.
De uitkomsten en conclusies van het onderzoek bieden waardevolle informatie voor beleidsvoerders en huisartsenpraktijken. Ze krijgen antwoord op de vraag op welke locaties de ondersteuning het hardste nodig is, welke ondersteuning dit moet zijn en wie deze ondersteuning moet bieden.