In Nederland wordt aan mensen met verward gedrag extra aandacht besteed. Uit de cijfers van Nivel Zorgregistraties eerste lijn blijkt dat de cijfers tussen 2015 en 2017 vrijwel gelijk zijn gebleven. Er is hier onderzoek gedaan naar het aantal contacten met de huisartsenpost voor mensen met vreemd of suïcidaal gedrag.
De meeste mensen met vreemd of suïcidaal gedrag, die contact opnamen met de huisartsenpost, kregen in 2017 een telefonisch advies van de huisartsenpost. Veel patiënten hebben meerdere keren contact opgenomen met hun huisarts. De diagnose van de arts werd vaak uitgedrukt in een algemene code voor psychische klachten. Meer dan 41% van de mensen die in 2017 contact op hadden genomen, heeft in dat jaar nog minimaal één keer contact gehad met de huisartsenpost. Deze mensen hadden de ingangsklacht ‘vreemd of suïcidaal gedrag’ toegewezen gekregen.
Nederland besteedt al een aantal jaren extra aandacht aan mensen met verward gedrag. In een factsheet ‘Verward gedrag nader bekeken: analyse E33 en E14 meldingen in de politieregistratie’ van het RIVM is informatie te vinden over de achtergronden van politiemeldingen van verward gedrag. De aanleiding is ontstaan bij dit onderzoek en bij het rapport ‘Op de weg naar een persoonsgerichte aanpak’ van het Schakelteam Personen met verward gedrag. Aan de hand van deze informatie is Nivel Personen de klacht ‘verward gedrag’ in registratie van huisartsenposten nader gaan bekijken.
De doktersassistenten die werkzaam zijn moeten de klacht van een patiënt vertalen naar een ‘ingangsklacht’. Vervolgens moet de ernst van de ingangsklacht bepaald worden en de mate van spoed hierin. De mate van spoed en handelen in snelheid wordt met de indicator urgentie aangegeven. Deze urgentie indicator wordt aangegeven van U1 tot en met U5. U1 is ‘levensgevaarlijk, handel onmiddellijk’. U5 is ‘geen kans op schade, behandel volgende dag’.