Geduld en begrip zijn “op”: discriminatie in de zorg moét aangepakt worden

Discriminatie in de zorg: het gebeurt veel te vaak en is tegelijkertijd nog altijd een taboe. Patricia Heijdenrijk, directeur van het landelijk expertisecentrum gezondheidsverschillen Pharos, bezocht eind september het eerste Nationaal Congres tegen Discriminatie en Racisme “De Kracht van het Verschil.” Ze was panellid bij twee workshops over discriminatie in de zorg en werd tijdens de dag geïnspireerd om dit taboe aan te pakken.

Pharos staat voor gelijkheid

Discriminatie maakt ziek. Het zorgt ervoor dat patiënten die op een bepaald vlak buiten de norm vallen soms niet de juiste zorg krijgen en dat leidt tot grotere gezondheidsverschillen. Dat maakt dat de verhalen over discriminatie me extra raken. Steeds weer!” Volgens Heijdenrijk is de zorgsector zich nog onvoldoende bewust van de gevolgen die racisme en discriminatie in de zorg met zich meebrengen, omdat het onderwerp nog altijd een taboe is. Echter, ze is vastbesloten daar verandering in te brengen bij Pharos. Het expertisecentrum wil een inclusieve samenleving met gelijke kansen op een optimale gezondheid.

Discriminatie in de zorg gebeurt nog te vaak

In maart 2022 werd een grootschalig onderzoek naar discriminatie in de zorg gepresenteerd. Mede hierdoor werd de zorg als belangrijk aandachtspunt meegenomen in de Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme (NCDR). Daarnaast heeft het Ministerie van VWS ook stappen gezet, maar het blijkt nog lang niet genoeg. Heijdenrijk merkte tijdens het congres op dat er veel werd gezegd “dat er wel wat gebeurt”, maar “het gaat te traag en er moet nog veel veranderen.”

Inclusiviteit aanpakken in iedere “zorglaag”

Volgens Heijdenrijk kan het verschil gemaakt worden in meerdere lagen van de zorgsector.

Ten eerste zijn er de zorgverleners en patiënten. Aan de ene kant is het van cruciaal belang dat zorgprofessionals zich bewust worden van hun eigen (onbewuste) vooroordelen. Op welke manier kijken zij naar, – en behandelen ze hun patiënten? Hier komt een stuk zelfreflectie bij kijken: ze moeten zelfkennis hebben over hun persoonlijke culturele bagage en hoe dit hun werkwijze beïnvloedt. Daarnaast worden zorgverleners juist gediscrimineerd door collega’s of patiënten. Dat zorgt voor een onveilig werkklimaat en daar moet nodig verandering in komen.

Ten tweede is het beleid van organisaties erg belangrijk. Wat doen organisaties eraan om vooroordelen en discriminatie te voorkomen? Volgens Heijdenrijk moeten organisaties zich richten op meerdere vlakken: “Ga aan de slag met diversiteit op de werkvloer, maak ervaringen van discriminatie bespreekbaar, zorg dat er meldingen gedaan worden en dat die adequaat worden behandeld.” De rol van leidinggevenden is daarbij van essentieel belang. Managers moeten duidelijk laten blijken dat het geen gewoonte mag zijn dat zorgverleners die te maken hebben met discriminatie een teflon-laagje ontwikkelen. “Of dat ze langzaam gaan denken dat het er gewoon bij hoort. Nee… Discriminatie mag er nooit gewoon bij gaan horen.”

Tot slot is er het zorgsysteem. Ook in die “laag” moet het nodige aangepast worden. Denk bijvoorbeeld aan les,- en oefenmateriaal dat wordt gebruikt in zorgopleidingen: het is allemaal “wit”. Tijdens het congres werd Annie, de reanimatiepop die wordt ingezet bij EHBO-trainingen, als voorbeeld genoemd. “De hele wereld oefent bij het reanimeren op die witte pop zonder borsten. Dat feit heeft gewoon consequenties voor de overlevingskansen van mensen met borsten. Ik vind dat ongelooflijk. Er is wel eens contact gezocht met de fabriek, maar na al die jaren is er nog steeds geen pop met een donkere huidskleur, of met borsten”, aldus Heijdenrijk. Ook Dr. Bahar Goodarzi benadrukte tijdens het congres de risico’s die sommige bevolkingsgroepen lopen, omdat er simpelweg verkeerde aannames worden gedaan. “Kinderen van zwangeren met een migratieachtergrond, hebben meer kans bij de geboorte te overlijden. Door verkeerde aannames en richtlijnen wordt er vaker ingegrepen met een keizersnede. En daar is natuurlijk weer een grotere kans op complicaties voor de barenden. Dit is Nederland…. Hier moeten we ons echt voor schamen”, zo stelt Goodarzi.

“Laat die verandering maar komen”

Voor Heijdenrijk is het duidelijk: er zijn genoeg schrijnende verhalen en ervaringen gedeeld. Er moét verandering komen. Het congres heeft haar geïnspireerd om niet meer weg te kijken: “Laten we ons uitspreken, mensen aanspreken en voor elkaar opkomen. We moeten dit samen oppakken. Die oproep nemen wij bij Pharos hartstikke serieus.

Auteur: redactie

  • De zorg van Zuster Jansen was groots! Comfort zoals iedereen wenst voor zijn ouders.
    Mevr. van Marle
ARTIKELEN